God heeft met het zaad van Abraham, het volk Israël een eerste verbond gesloten. Bij de berg Sinaï, na de uittocht uit Egypte, uit de slavernij. Hij gaf hen de tien geboden, de tabernakel en Hij was hun God en zij Zijn volk. die Hij als een Herder zou leiden. Dus God gaf ook de profeet, hogepriester en koning, allen gezalfden van de Heere.
1. Zijn heerlijkheid
Het boek Exodus, (Uittocht) heet in de Hebreeuwse Bijbel (oorspronkelijke tekst) eigenlijk ‘Sjemoot’, (Namen). Want God kent Israël en ook ons bij onze naam. Lees maar na in Jes. 43:1: “Ik heb u bij uw naam geroepen, u bent van Mij”en “Voordat Ik u in de moederschoot vormde, heb Ik u gekend” Jer. 1:5 Van eeuwigheid tot eeuwigheid is Hij dus hun en onze God.
God leidde Zijn volk Israël uit de slavernij, uit het land Egypte en bracht hen veilig bij de berg Sinai, om daar Zijn woorden, leefregels in ontvangst te nemen. Die leefregels gelden nog steeds, ook vandaag. God heeft daar Zijn heerlijkheid (Kabood) en Zijn grootheid getoond. Ex. 24:16ev, Deut. 5:22 ev. Heerlijkheid is een Bijbels woord dat wijst op alles wat goddelijk is. Want Hij is de God der heerlijkheid (Hd. 7:2), Jezus de Heere der heerlijkheid (1 Kor 2.2:8 en de Heilige Geest is de Geest der heerlijkheid (1 Pt. 4:14) Het volk was getuige van Gods heerlijkheid, Ex. 19:8, 20: 18
God riep Mozes bij zijn naam Ex. 3:4 en openbaarde bij de brandende braambos Zichzelf als
“IK BEN DIE IK BEN”.
(vs. 14) God is volkomen betrouwbaar in alles wat Hij zegt en doet. Dat zal elk mens ontdekken wie door God geroepen is om een kind van Hem te zijn. Hij is de Bron van hun heil. Want God roept ook u, jou en mij bij onze naam, om ons te verlossen van zonden en schuld en de macht van duisternis en dood.
2. Thorah
De Heere God gaf het volk Israël Zijn Thorah. Dat zijn o.a. de tien geboden, die God Zelf met Zijn vinger op stenen tafels heeft geschreven. De Thorah is geen wet in de betekenis van je moet dit of je moet dat, maar het vertelt ons alles wie God is en hoe Hij omgaat met Zijn volk. De Heere bevrijdde Zijn volk, Zijn oogappel, uit de macht van slavernij en onderdrukking. En Hij sloot met hen een verbond. Daarbij gaf Hij Israël de Thorah, Zijn Woord. Mozes, Gods dienaar, moest dat alles opschrijven. Hij deed dat in vijf boekrollen, die we samen de Thorah noemen, Gods leefregels, de eerste vijf boeken van Mozes.
De Heere Jezus heeft de Thorah niet afgeschaft, ontbonden, weggedaan, maar heeft alles vervuld wat God geschreven had. Mat. 5:17. Dat is liefde tot God en tot de naaste, woorden uit de Thorah, uit Deut. 6:4-9 Sjema Jisraël etc. en Lev. 19:18 , Zie ook Matth. 22:39, 19:18,19. Wat een genade van God dat Hij zo met hen wil omgaan. Zo gaat Hij ook met ons om, door de Heere Jezus en Zijn offer aan het kruis.
God gaf hen ook een plaats waar Hij samenkwam met Zijn volk. Dat was de tent van de samenkomst, de tabernakel, waar priesters, die Hij daarvoor had aangewezen, Hem en het volk dienden. Deze tent bestond uit drie delen: de voorhof, het Heilige en het Heilige der Heilige. Alleen de voornaamste of hogepriester mocht één keer per jaar, op Grote Verzoendag, achter het voorhangsel (gordijn) in het Heilige der Heilige komen, om daar, met het bloed van een geofferde stier en een geofferde ram verzoening te doen, Voor zichzelf en voor heel het volk. Want zo alleen kan God met Zijn volk en Zijn volk met Hem omgaan. Die hogepriester is dus de door God Zelf aangewezen middelaar tussen Hem en het volk. Ook de Heere Jezus, Gods eigen Zoon die het ene volmaakte offer heeft gebracht is een (=de) Middelaar, door Wie God tot ons en wij tot God komen.
3. Tabernakel
De Heere God had Zijn knecht Mozes precies laten zien hoe de tent van de samenkomst of ontmoeting, de tabernakel, eruit moest zien. Ex.25:9. Mozes mocht echt niets zelf ontwerpen of afkijken bij andere heidense volken. De Heere Zelf zei precies hoe Hij gediend wilde worden. Geen eigen bedachte of eigenwillige godsdienst dus. Want dat loopt niet goed af! Lees maar in Leviticus 10:1ev. wat er met twee priesters gebeurde, die dat wel deden. Ook wij mogen God alleen maar dienen zoals Hij dat wil. Bezaleël en Aholiab, twee mensen die de Heere voor de uitvoering van dat werk had geroepen(Ex. 31) werden daartoe vervuld met Gods Geest, met wijsheid, kennis en inzicht.
In Psalm 110:4 staat ” U bent priester voor eeuwig naar de ordening van Melchizedek”, Dat is de Heere Jezus, die Israëls en ook onze eeuwige Hogepriester is. Hij leeft altijd, Hij is er altijd voor al Gods kinderen in Israël en daarbuiten. Hij bidt voor hen op grond van Zijn ene volmaakte offer aan het kruis volbracht. Zijn zondeloos, heilig en rechtvaardig leven was dat offer om in onze plaats Israël en ons met God in de hemel te verzoenen en het weer goed te maken, Zonder dat offer kan het echt niet, want het kan allen maar weer goed worden door het bloed van het offerlam. Lev. 17:11.
Je ziet aan weerszijde van het schilderij van het Heilige in de tabernakel een Moabmus en een boerenzwaluw. Beide vogels worden genoemd in Psalm 84:4 en symboliseren het welkom bij God voor al Zijn kinderen. Als de mus en de zwaluw al een plaatsje hebben bij God… hoeveel te meer
4. de Herder van Israël
De Heere God vertelde in Zijn Woord dat Hij de Herder van Israël is. Wat is dat een zegen en bron van heil. Dat staat zo mooi omschreven in Psalm 23, verwoord in Gezang 14: de Heere is mijn herder, ‘k heb al wat mij lust… .
Boven dit schilderij staat leven uit de Bron van het heil. Deze Bron is God Zelf. Zie Ps. 36:10 en Jes.12:3. Hij is en geeft heil. Hij maakt alles wat gebroken is weer heel. Dat doet Hij door Zijn Enig-geboren Zoon in de Geest. Wat een onverdiende genade en goedheid voor zondaars als u en ik. Ontvang die genade in geloof en dank Hem er maar voor.
Ook in Ezech. 34, 36,37 lezen we van God als de Herder van Israël. Hij Zelf zou naar Zijn schapen (vragen) omzien, hen terugbrengen naar de bergen van Israël, uit de Babylonische ballingschap en nu uit hun eeuwenlange ballingschap. Hij zal hen daar als een Herder weiden en leiden.
Jezus zegt: “Ik ben de goede Herder”. Joh. 10:11. Dit Ik ben-woord is een verwijzing naar de Naam van God uit Exodus 3:14. Jezus is immers Gods eigen Zoon, in alles Hem gelijk.(Fil. 2:6) Hij zal alle verloren schapen van het huis van Israël, maar ook alle verloren schapen uit de heidenen weiden en leiden en tot één kudde samen brengen. En niemand zal hen uit Zijn hand kunnen roven.